Direct naar de inhoud
Logo van de Europese Commissie
Landbouw en plattelandsontwikkeling

Katoenproductie in de EU

De afgelopen jaren vertoonde het areaal voor katoenproductie in de Europese Unie enkele schommelingen: de oppervlakte groeide van 325.000 ha in 2017 tot 362.000 ha in 2020, gevolgd door een neerwaartse trend, om uit te komen op 290.000 ha in 2024. In 2023 bedroeg de productie van ruw katoen in de EU 10,4 ton, goed voor 4% van de wereldproductie.

Katoen wordt maar in drie EU-landen geproduceerd, vooral in Griekenland en Spanje. Hoewel katoen een relatief klein deel van de totale landbouwproductie van de EU uitmaakt, speelt het een cruciale rol in de lokale economie en de werkgelegenheid op het platteland in bepaalde Europese regio’s.

Katoenproductie in Spanje

Spanje (voornamelijk de regio Andalusië) vertegenwoordigt ongeveer 20% van het areaal en de productie in de EU. Katoen wordt er sinds de middeleeuwen geteeld, hoewel de groei en de expansie ervan zich in het midden van de 20e eeuw hebben voorgedaan.

Katoenproductie in Bulgarije

In Bulgarije vindt katoenteelt plaats op een areaal van ongeveer 2.000 ha.

Katoenteelt en vezelverwerking

De katoenteelt begint met het planten van het katoenzaad, doorgaans in de lente. De planten groeien en brengen donzige bollen voort die katoenvezels en -zaden bevatten. Zodra die bollen rijp zijn, worden ze handmatig of mechanisch geoogst. De vezels en zaden worden vervolgens van elkaar gescheiden in een ontkorrelmachine.

De lange vezels (lint) worden gereinigd, in balen geperst en in textielfabrieken gespind en geweven. De resterende korte vezels (linters) worden van de zaden gescheiden en verwerkt tot industriële en consumentenproducten.

Zo wordt de hele katoenplant benut.

Gebruik van katoen

  • Bijproducten van katoen

    Katoen is een van de meest gebruikte natuurlijke vezels en wordt gewaardeerd omdat het zacht is, ademt en voor heel wat doeleinden kan worden gebruikt, zoals kleding, huishoudtextiel en industriële weefsels. Van de bijproducten, zoals katoenzaad en linters, worden eetbare olie, diervoeder, papier, artikelen voor persoonlijke verzorging en medisch materiaal gemaakt.

  • Katoen als duurzaam materiaal

    Als hernieuwbare en biologisch afbreekbare grondstof draagt katoen ook bij tot een duurzamere productie in verschillende sectoren.

Katoen in het GLB

De steun voor katoen is ingevoerd in 1981, toen Griekenland toetrad tot de toenmalige Europese Gemeenschap. Zoals alle andere landbouwers hebben katoentelers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) recht op rechtstreekse betalingen en aanvullende steun in de vorm van ecoregelingen, op voorwaarde dat de toegepaste landbouwpraktijken voldoen aan de milieucriteria in het strategisch GLB-plan van het betrokken EU-land, en andere regelingen voor plattelandsontwikkeling.

Daarnaast voorziet de EU voor een beperkt basisareaal per EU-land in een bepaalde gewasspecifieke betaling voor katoen. Die steun wordt betaald per hectare en afhankelijk van de minimumkwaliteit van de daadwerkelijk geoogste katoen. Om in aanmerking te komen, moeten de boeren katoen telen op landbouwgrond waarvoor het EU-land een vergunning voor katoenproductie heeft verleend, de grond inzaaien met door het land toegestane rassen en oogsten in normale teeltomstandigheden (Verordening (EU) 2021/2115). Die gewasspecifieke betaling moet voorkomen dat de productie in de katoenproducerende regio’s wordt verstoord.

Elk jaar komt maximaal 301.500 ha in aanmerking voor de gewasspecifieke betaling voor katoen. Daarvan is 250 000 ha gelegen in Griekenland en 48 000 ha in Spanje.

Bijdrage van katoen aan duurzame landbouw

  • Voor het milieu: om de gevolgen voor het milieu tot een minimum te beperken, worden bij de katoenteelt steeds meer milieuvriendelijke landbouwtechnieken toegepast, zoals precisielandbouw en geïntegreerde gewasbescherming. Deze praktijken zorgen voor een gezonde bodem, minder waterverbruik en meer biodiversiteit, en leggen zo de basis voor een duurzame toekomst.
  • Voor de maatschappij: de katoenteelt ondersteunt plattelandsgemeenschappen door werkgelegenheid te scheppen en de levenskwaliteit te verbeteren met initiatieven voor eerlijke arbeidspraktijken die waarborgen dat werknemers een eerlijk loon ontvangen en in veilige omstandigheden werken, wat bijdraagt tot sociale rechtvaardigheid en welzijn.
  • Economisch: de katoenindustrie stimuleert de lokale economie door bij te dragen aan het bbp en aanverwante sectoren zoals ontkorrelen, spinnen en textielproductie, te ondersteunen. Door innovatie en efficiëntie te bevorderen, versterkt de katoenindustrie haar concurrentiepositie op de wereldmarkt.

Rechtsgrondslag

Verordening (EU) 2021/2115 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen

Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/126 van de Commissie tot aanvulling van Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad met aanvullende eisen voor bepaalde interventietypes die de lidstaten in het kader van die verordening in hun strategisch GLB-plan voor de periode 2023-2027 uitwerken

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185 van de Commissie tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 wat betreft de aan de Commissie te melden informatie en documenten